Oktober 2012
Wat gaan we nu doen? Inmiddels heb ik een grote bult, links in mijn hals en brood blijft in mijn keel plakken. Het is ondertussen 23 oktober en ik word naar het Prinsengrachtziekenhuis gestuurd om een foto van de nek en een echo van de hals te laten maken. Ik kan de uitslag een week later bij de huisarts halen.
Maar… twee dagen later ligt er een brief van het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis in mijn brievenbus. Hierin stond de bevestiging dat er een afspraak voor mij gemaakt is. Ik stond te trillen op mijn benen en ben meteen bij de huisarts naar binnen gestapt. (zit vijftig meter naast mijn huis en heeft altijd een open deur).
Volgens de assistente hoefde het niets te betekenen. Het kan van alles zijn……
Nou, ik moest op 30 oktober in het AvL zijn en vanaf die datum is het circus begonnen. En dan meld ik me dus om 10.00 uur in het AvL. Ik ken er de weg. Drie jaar geleden ben ik hier 5 weken lang, elke dag met mijn zus geweest. Longkanker. Zij is na een ziekteproces van 6 maanden hieraan overleden, 64 jaar. Ik ben hypernerveus.
Ik word bekeken door een hoofd-hals chirurg in opleiding. Hij kijkt, via een slangetje door de neus, in mijn keel en constateert een kwaadaardige tumor. Voor 99%. Hij gaat overleggen met een collega, komt terug met de collega, die dan ook nog even wil kijken. Van dat soort dingen word ik op zulke momenten, pisnijdig. Er is apparatuur waarmee je tegelijkertijd een filmpje kunt maken. Dan hoef je de patiënt niet twee keer te belasten!! Zo’n lekker gevoel is zo’n onderzoek niet!
Dan worden er allerlei afspraken gemaakt voor een CT-scan, een echo, een onderzoek onder narcose om een biopsie te nemen. Het multidisciplinair overleg is echter vóór deze onderzoeken, zodat ik er zelf achteraan moet om deze onderzoeken te vervroegen. Alleen het onderzoek onder narcose krijg ik niet voor elkaar. Maar dat is puur een formaliteit, zeggen ze(?).
Dan de dag erna. Niet geslapen natuurlijk, ik voel me gebroken, maar ja er zal wel de nodige aktie ondernomen moeten worden. Een aantal van mijn bezigheden zal ik niet kunnen voortzetten. O.a. deelname aan twee koren. En ik doe wat vrijwilligerswerk, maar daar staat mijn hoofd nu helemaal niet naar. Gelukkig kan ik terecht bij een vriendin van mij, Petra, die sinds vijf maanden vrij is van eierstokkanker. Zij weet waar het over gaat.
Ik ben in mijn hoofd al bezig mijn begrafenis te regelen. En waar moeten mijn spullen naartoe, lekker belangrijk! Ik meld mij direct bij Ondersteuning en Begeleiding en kan daar de dag erna terecht. Zo kan ik in ieder geval mijn verhaal kwijt. Dat was best fijn, maar wat me nu, na zes maanden, nog helder voor de geest staat, is dat de dame die ik sprak zei, “het zit gelukkig niet in je gezicht dus dat blijft mooi”. Ik vind dat eigenlijk een heel rare opmerking.
Deze hele eerste week is eigenlijk een soort slechte film geweest waarin ik belandde. Ik werd heen en weer geslingerd tussen, “dit is niet waar” en “ik ga dood”. Ik ben zelfs bezig geweest te onderzoeken of ik naar een hospice kon indien het zo slecht met me zou gaan, dat ik niet alleen kon wonen. Dat is dus geen optie. Het beste wat men mij kon bieden was een bed op de verpleegafdeling van een bejaardenhuis. Dus heb ik maar een paar extra sleutelbossen laten maken en internet aangevraagd. Ik was gewaarschuwd dat door de behandeling ik waarschijnlijk heel moeilijk, of niet, zou kunnen praten. En ik wilde toch een lijntje naar buiten hebben. (Ik was één van de weinige mensen zonder internet! De laptop heb ik geërfd van mijn zus).