Dinsdag, 04-08-2009
Dag 6 na inspuiting, kunstlicht opbouwen tot maximaal 600 lux
Dag 2 na belichting
Gelukkig, het is eindelijk weer ochtend.
Ik ben moe en voel me zo ziek. Langzaam beginnen mijn armen en benen op te zetten omdat ik vocht vasthoud. Gistermorgen mocht ik de medicijnen die hiervoor helpen niet innemen.
Als de nieuwe zuster zich voor komt stellen pakt ze meteen mijn schriftje en begint te lezen. Zij verontschuldigt zich als ze begrijpt dat dit niet voor haar bestemd is. Ze vertelt dat veel mensen die op deze afdeling liggen niet kunnen praten na de ingreep en daarom alles opschrijven. Nou ik praat wel hoor, ook al is het niet zo duidelijk. Ik leg uit dat dit het schriftje is met aantekeningen voor op mijn site.
Het is 8.00 uur en ik voel me goed. Ik wil gaan douchen maar dat mag nog niet. Ik lees dat je zo ziek geweest bent vannacht dus dat kunnen we beter niet doen. Je hebt ook nog niks gegeten. Ik breng je wel bij de wasbak, daar staat een krukje en dan kun je je lekker wassen. Dat valt vies tegen zeg, ik ben direct weer misselijk en moet weer spugen. Wat een knoeiboel zeg.
De tong wordt nu toch echt wel dikker en mijn gezicht zet wat op. Ik krijg weer dexamethason in het infuus. De dokter komt en ik mag vanavond naar huis als het donker is. Ik moet dan wel vandaag proberen om wat uit bed te komen en ik moet goed kunnen drinken. Ik stuur meteen een sms’je naar Leo.
Als de dokter weg is ga ik meteen mijn bed uit om aan tafel te zitten. Nee hè, weer word ik duizelig en misselijk. Ik kan nog net op tijd een spuugbakje van de tafel afpakken. Ik kan niet bij de bel maar ook niet opstaan om de zuster te bellen. Ik word al beroerder en roep om hulp. Niemand hoort me.
Een tijdje later komt de zuster toevallig langs en helpt me snel in bed. Het infuus zit niet goed meer en mijn arm is opgezet. Ze gaat het opnieuw doen en maakt het daarna met een verbandje vast zodat het goed blijft zitten. Tegelijkertijd komen ze van het lab bloedprikken. Gelukkig hoeven ze niet zoveel want meestal kunnen ze er niet meer dan 4 buisjes per keer uithalen, dan stopt het. Ik krijg weer een morfinezetpil en ga eerst ff liggen voordat ik Leo bel. Ik ben een beetje huilerig vandaag.
Dan word ik wakker van een sms’je. Ik weet niet hoe laat het is en slaap weer. Achteraf zie ik dat ik zelfs terug ge-smst heb. Sommige dingen gaan ook gewoon door. Dan krijg ik een berichtje van Leo. Hij heeft de zuster gesproken en weet al hoe ziek ik geweest ben vannacht. Hij heeft ook mijn ouders al gesproken. Toch voel ik me nu alweer wat beter en slaap van pil naar pil.
De diëtiste komt vragen of ik wat drinken wil en ik bestel een half bekertje karnemelk en ijswater. IJswater is heerlijk in de keel en verdooft ook wat.
Kleine slokjes en het blijft er allemaal in. Pffffffff, daar ben ik blij om zeg. Een uurtje later komt ze terug met een bekertje yoghurt en een kopje bouillon. Ook dat blijft er nu in.
De spits en de metro worden bezorgd. Op het voorblad van beide kranten staan grote koppen over de Mexicaanse griep. In de regio Amsterdam en het verplegend personeel in de ziekenhuizen wordt men aangeraden om alert te zijn en zoveel mogelijk voorzorgsmaatregelen te nemen.
Ik gun me geen tijd meer om verder te lezen. Mijn schriftje gaat voor. Met grote regelmaat schrijf ik er wat in. Zo af en toe schiet er iets te binnen van gisteren of een ander moment. Het is een aardig rommeltje geworden. Dat wordt een aardige uitzoekklus die wel wat tijd in beslag zal nemen als ik weer thuis ben. Sommige dingen zijn niet te lezen of staan in onsamenhangende volgorde. Een half bekertje roomijs gaat naar binnen. Het smaakt vreselijk zoet.
Voor het eerst ga ik mijn tanden poetsen. Ik zit rustig bij de wasbak en neem er alle tijd voor. Dat frist lekker op zeg. Alleen niet voor lang. Ik ben nog niet zoals ik wezen moet. Mijn kiezen prikken in mijn tong. Nog een medicijnenshot en dan kan over een half uurtje het infuus eruit. Ik bel Leo dat ik nog steeds naar huis mag. Ik kan niet te lang praten want dan komt dat braakgevoel weer terug.
Leo vertelt dat het zo warm is en dat ik blij zal zijn met de airco. Dat denk ik ook wel. Ik moet huilen als ik de telefoon neerleg. Zomaar, nergens om. Ik voel me ziek. Er wordt nieuw ijswater neergezet en daar knap ik van op.
Een tijdje terug hebben we van een medepatiënt gehoord dat als haar familie op bezoek komt deze dan ’s avonds in het Slotervaart ziekenhuis gaat eten. Het Slotervaart ziekenhuis staat tegenover het AVL ziekenhuis en kun je niet missen. Het schijnt dat de maaltijden hier veel goedkoper zijn en heel erg goed. Ons blijft zunig. Ik wilde Leo daar ook naar toe hebben maar daar had hij geen zin in voor die ene keer.
Met het avondeten ga ik mijn bed uit en blijf zo lang mogelijk aan tafel zitten. Ik krijg echt trek van al dat lekkere eten dat op de menulijst staat, ik ruik het zelfs. Net als de vorige keer kom ik gelukkig niet aan dit lekkers toe en mag ik vanavond naar huis. De Beef á la Leo is toch het lekkerste. Mijn eigen medicatie is gemalen. Ik kan dit gifmengsel zo door de yoghurt doen. Schaaltje appelmoes toe, wat wil een mens nog meer.
Ik heb Leo gebeld dat hij zich niet hoeft te haasten. Het infuus is er nog niet uit. Er moet vanavond eerst nog een zakje vocht en 1 keer dexamethason doorheen en dan gaat het er pas uit. Hij gaat lekker thuis wat eten en komt dan rustig aan deze kant op. Ik slaap nog wat. Om 22.00 uur krijg ik mijn laatste shot. Infuus doorspoelen en dan kan het eruit. Mijn arm en hand is dik en pijnlijk. Blijkbaar heeft het infuus weer niet goed gezeten. De zuster haalt het er snel uit en ik moet nog even blijven om mijn arm te koelen totdat de ergste zwelling weg is. Om 23.00 uur mag ik na de nodige adviezen naar huis. Leo heeft behoorlijke pijn in zijn rug, dat zie ik wel.
Inmiddels is men erachter gekomen dat de arm van inspuiting super gevoelig is voor licht en dit ook heel lang blijft. Daarom krijg ik een nog paar extra waarschuwingen mee naar huis. Blijf de kous de eerste weken gewoon 24 uur per dag dragen. Stiekem heb ik er toch snel een foto van gemaakt.
Absoluut nog geen daglicht want anders zien we je hier zo weer terug met brandwonden. Ook is gebleken dat je na de inspuiting met foscan grotere kans hebt op verbranding bij het drinken van warme thee of koffie, pas daar goed mee op.
Het advies is om de morfine escape zetpillen de eerste dagen gewoon standaard op een vaste tijd in te nemen. Zo bouw je een spiegel op. Ik kan het me nog herinneren van de vorige keer, toen stopte ik ook te vroeg en dat was geen succes.
De flesjes Nutridrink worden uit de koeling gepakt en ik kan gaan. Ik zeg nog dat ik dat niet allemaal nodig heb want ik heb tenslotte al karnemelk, yoghurt en appelmoes kunnen eten. Dit vindt ze te kort en naast de papjes moet ik minimaal 2 flesjes Nutridrink nemen als bijvoeding. Ik krijg genoeg mee en Leo moet morgen een recept vragen aan de diëtiste voor meer. Met tegenzin geef ik toe en beloof ze thuis netjes op te drinken. Ach, zo’n moeilijke patiënt ben ik toch niet?
Ik moet me nog steeds helemaal bedekken tegen het felle kunstlicht. Als we de parkeergarage uitrijden mag ik pas mijn vermomming afdoen want het is nu donker buiten. De pet en de zonnebril blijven op.
Nou, het spook gaat weg hoor roep ik in de gang en bedank de zuster nogmaals voor haar goede zorgen en adviezen. Ze vindt het fijn om zo’n compliment te krijgen. Wat ben ik blij dat ik vandaag nog in het ziekenhuis ben gebleven. De zorg, alle hulp en medicatie is hard nodig gebleken. Hier mag je huilen en lachen. Toch heb ik veel minder pijn in mijn tong dan de vorige keer. Nu zit het meer in mijn keel, oren en achterste deel van de tong.
We zijn om middernacht weer thuis. Stefan ziet Leo op Skype online komen en belt meteen. Het is woensdagmiddag nu ik in mijn schriftje schrijf maar ik kan me niets meer van dit gesprek herinneren.
Ik lees even snel de berichtjes in mijn gastenboek. De letters dansen, het lukt me niet meer om mijn mail te lezen. Misschien morgen weer, ik heb pijn in mijn tong en wil naar bed.
Om half 2 vannacht mag ik pas weer morfine. Leo maakt me wakker tegen die tijd want zo kan ik dan wel de rest van de nacht doorkomen.