Bij een echografie worden beelden gemaakt van weefsels en organen met behulp van ultra-geluidsgolven. Die ultra-geluidsgolven worden uitgezonden met behulp van een zogeheten transducer, die over uw huid wordt bewogen. De geluidsgolven worden door verschillen in dichtheid van het weefsel in verschillende golflengten weerkaatst en door de transducer opgevangen. Vervolgens worden deze signalen weer door een computer in beelden omgezet.
Er wordt een gel op de scanner gedaan, daarna wordt de scanner langzaam heen en weer bewogen over mijn hoofd en later over de kin en nek. Af en toe wordt er een foto gemaakt. De radioloog bekijkt alles op een soort computerscherm. Ook dit onderzoek is geheel pijnloos.
Dan wordt er een punctie genomen uit een bultje op mijn hoofd, uit de lymfeklieren in de nek en kin. Er wordt met een naald in de nek geprikt, daarna wordt de naald wat heen en weer bewogen om wat cellen los te maken. Deze cellen worden opgezogen en op kweek gezet. De prikken in de nek en kin zijn heel vervelend. De prik in mijn hoofd voel ik veel minder.