Maandag, 17-10-2011
Hèhè, het is zover. Dit keer heb ik echt naar de behandeling uitgekeken. Het is niet zo dat ik er zin in heb maar ik wil dat het carcinoom weggehaald wordt. Er komt dan wel een andere pijn voor terug maar die is met een paar weken weer over.
Toen ik gisteravond naar bed ging was ik behoorlijk misselijk en had pijn in mijn buik. zou ik dan toch een beetje zenuwachtig zijn? Ik heb gisteravond niets meer gegeten dus daar kan het niet van zijn. Het duurde even voordat ik in slaap viel maar daarna weet ik niets meer. In tegenstelling tot Leo heb ik best wel aardig geslapen. Zodra ik in de verte de wekker hoor gaat de dag van vandaag alweer door mijn hoofd. Mijn hart klopt in mijn keel en ik voel me helemaal hyper.
De wekker staat op 7 uur zodat ik op mijn gemakje kan douchen. Goed oppassen dat ik geen crème en bodylotion gebruik, dat is verboden vandaag. Een bakkie koffie zit er niet meer in. Ik mocht tot 6 uur een licht ontbijt gebruiken maar daar heb ik geen behoefte aan. Ik neem wel een kopje thee, dat moet nog wel kunnen.
Ondertussen ga ik mijn pillen voor de komende week in een doosje uitzetten. Nee hè! Dus dat is het. Ik zie dat ik de medicatie van gisteravond weer eens ben vergeten, balen want nu is mijn hartslag weer van slag. Wat een enorme sukkel ben ik toch. De medicijnen van vanmorgen neem ik ieder geval nog wel gewoon met water in. Bloedverdunners zijn verboden vandaag. Water mag tot 2 uur voor de behandeling en die is pas om half 12.
Naar het ziekenhuis:
We gaan niet lopen stressen om op tijd in het AVL te zijn. We worden dan wel verwacht om 9.00 uur maar de ervaring heeft ons geleerd dat er meer dan genoeg tijd is tot de operatie. De intake duurt meestal niet zo lang en het enige wat je dan nog kan doen is daar gaan zitten wachten tot het tijd is. Tegen half 10 melden we ons bij de balie in de hal. We weten de weg dus mogen we doorlopen naar de receptie op de 5e verdieping.
Daar aangekomen mogen we linéa recta terug naar beneden om bloed te laten prikken. Wat een geluk dat het nog zo vroeg is want het is nog stil. Ik mag meteen door naar prikplek 4. Ik wijs de enige goede plek aan. Hoera, de naald gaat er in één keer goed in. Volgens mij staan we binnen 5 minuten weer boven.
In de pantry wachten we op de opname zuster. De patiënten kunnen hier de hele dag door eten, fruit, sapjes en snacks ophalen. Uiteraard geldt dit niet voor familie. Die mogen alleen gebruik maken van de gratis koffie/thee voorziening. Ik stuur mijn eerste tweet de ether in en Leo neemt een bakje koffie. Hij heeft het nog niet eens op als we al gehaald worden. Dat is vlot deze keer.
De opname:
Een vriendelijke zuster neemt ons mee naar kamer 5 op unit A. Ik heb 1 keer eerder op A gelegen. Volgens mij was dat bij de chirurgische ingreep. De gebruikelijke onderzoekjes worden weer gedaan zoals het meten van bloeddruk, temperatuur en zuurstof. Ook de standaard vragenlijst wordt weer doorgenomen op eventuele veranderingen. De operatiekleding ligt weer klaar, inclusief de charmante weggooi onderbroek.
Het personeel heeft al een tijdje nieuwe dienstkleding maar nu zijn ook de vale okerkleurige operatiejasjes vervangen door frisse nieuwe blauwe. De zuster komt de bekende seresta (oxazepam) brengen. Dit krijg je standaard aangeboden om alvast wat rustig te worden.
Het verloopt vlotjes allemaal. Mooi op tijd belt de o.k. om te zeggen dat ik naar beneden gebracht mag worden. Leo loopt met me mee tot de lift en we wensen elkaar nog eenmaal sterkte toe. Tijdens het vervoer kletsen de zusters vrolijk en leiden mij zo ongemerkt af.
De wachtruimte:
Tijdens de rit neem ik nog even het laatste nieuws door. In de wachtruimte zie ik meteen bekende gezichten. Er is ook een zuster die mij herkent aan mijn meisjesnaam Mantel. Zij heeft kennissen die ook Mantel heten maar het is geen familie. Mijn persoonlijke gegevens worden weer gecontroleerd. Nu is het infuus aan de beurt en ik waarschuw haar dat mijn bloedvaten erg nauw zijn. Ze vindt een mooi plekje boven op mijn hand maar prikt helaas door het bloedvat heen.
Het bloedvat wordt met een gaasje erop en een spanband er omheen afgeknepen maar toch ontstaat er meteen een dikke bult. Ze meldt de anesthesist dat het infuus nog gezet moet worden. Hij komt er al meteen aan. Het is inderdaad moelijk te prikken maar het lukt toch aan de binnenkant van de pols. Niet zo netjes zegt hij, we noemen dit een ziekenhuisinfuus. De barcode op mijn polsbandje wordt gescand en via de computer word ik aangemeld als zijnde gereed.
Ik mag overstappen van het bed naar de brancard. Uit de verwarmde kast wordt een warmtedeken gepakt en over mij heen gedaan. Even later komt de anesthesist mij ophalen en kletst weer 100 uit. U komt toch uit Heerhugowaard? Stad van de Zon toch? Oeps, het is niet goed als de mensen hier mij gaan herkennen, dan ben je er net iets te vaak geweest. Aan de andere kant geeft het ook wel wat vertrouwds.
De operatiekamer:
Als ik de operatiekamer ingereden word staat iedereen al klaar. Mijn arts/chirurg loopt ook al rond en vraagt hoe het ermee is. Tja, nu moet ik je toch naar je naam vragen, wat is je geboortedatum en wat gaan we doen vandaag?
In mijn beide neusgaten wordt door de anesthesist een soort gel gespoten die ik moet doorslikken. Het is een extra pijnstilling zegt hij. Ik voel in mijn keel dat het direct werkt. Ondertussen houdt hij het blauwe zuurstofmasker voor mijn neus en mond.
De chirurg zegt tegen de assistente dat er een .. (moeilijk woord) voor de laser gebruikt moet worden. Ik duw het masker weg. Wat is dat? Ik wil wel alles weten hoor want ik heb gemerkt dat ik steeds meer dingen van voor de narcose onthoud. Hij legt uit dat er dan een soort metalen kokertje om de lichtstraal heen zit zodat hij preciezer kan snijden zonder extra verwondingen. Oké, dat is goed.
Het masker wordt weer voor mijn gezicht gehouden en ik moet diep inademen. Het duurt lang hè voordat ik in slaap val? Nee hoor, in dit masker zit nog geen narcosevloeistof maar is pure zuurstof. Door je dit enige tijd diep te laten inademen kan ik straks makkelijk zo’n 6 minuten overbruggen zonder beademing. Niet dat er zo’n lange tijd nodig is hoor maar de zuurstofslang gaat pas in je neus als je onder narcose bent, vandaar deze actie vooraf. Het is mij helemaal duidelijk.
Dan worden er volgens mij een stuk of 4 verschillende soorten vloeistof door het infuus gedaan. De anesthesist hoor ik het soort en de dosis noemen. Er zit ook iets extra’s in tegen de misselijkheid. Dat is het laatste wat ik hoor.
De verkoever- ofwel uitslaapkamer:
Het eerste wat ik me weer kan herinneren is dat de zuster tegen me zegt dat ze me terug naar de afdeling gaat brengen. Voor de rest kan ik me van de uitslaapkamer niets meer herinneren. Voordat ik de o.k. in ging heb ik de zuster in de wachtkamer nog iets gevraagd over de uitslaapkamer. Ik vroeg of er daar soms bedden tegenover elkaar stonden of dat er spiegels waren.
Ik leg uit dat ik de vorige keer telkens als ik mijn ogen open deed iemand tegenover me zag liggen maar dat ik niet kon onderscheiden of ik nu in een spiegel keek of dat er een patiënt tegenover mij lag. Ze moest er vreselijk om lachen. Zo’n rare vraag heb ik nog nooit gehad zegt ze. Maar er zijn geen spiegels hoor, de bedden staan inderdaad tegenover elkaar. Mooi dan weet ik dat ook weer.
En weer terug op mijn kamer:
Precies op het moment dat ik mijn kamer ingereden word komt Leo ook aan. We zijn blij dat we elkaar weer zien en dat alles goed gegaan is. Ik heb wel flinke hoofdpijn en dat heb ik de voorgaande keren niet gehad na de narcose. De zuster gaat de controles doen. Bloeddruk, temperatuur en het zuurstofgehalte in het bloed. Dit laatste is aan de lage kant dus krijg ik wat extra zuurstof door mijn neus. Ik heb een uitgedroogde mond en mag een klein slokje water. Ze geeft me wat zachte frisse doekjes voor op mijn gezicht. Dit verkoelt heerlijk.
Als ze weg is kijk ik met de handspiegel in mijn mond. Oh jee, dat moet Leo maar niet zien. Hij kan er niet zo goed tegen. Ik zie in de spiegel dat er een puntje van mijn voortand af is en dat het zwart ziet. Zou dit door de laser komen? Kan dat ook nog? Achter in de middag komt de chirurg met zijn gevolg. Hij heeft de plekken achter in de keel met de laser weggehaald. Verder zijn er 6 biopten genomen aan de linker en rechterkant van de tongrand en tongbasis. Hij vindt dat het er niet verontrustend uitziet.
De tand is inderdaad beschadigd van de laser, daarvoor krijg ik een afspraak (met excuses) bij de tandarts in het AVL. Als deze tandarts de tand repareert valt dit onder de behandeling en wordt dit vergoed door de verzekering. Hij ligt het voorval toe: De tumor zit op een moeilijk te bereiken plaats helemaal diep achter in de keel en op de tongbasis. Om er beter bij te kunnen is er een stellage gebouwd in mijn mond maar dit werkte niet goed. Er is toen besloten om de plaats te bereiken met behulp van wat extra handen in de mond om de boel open te houden en opzij te trekken. Hierbij is de laser per abuis tegen de tand gekomen.
Als ik het wil mag ik vanavond naar huis maar ik twijfel. Uit ervaring weet ik dat de pijn nog erger wordt naarmate de narcose meer uitgewerkt raakt. Mijn neus bloedt licht en dat zit me niet lekker. De zaalarts is het er niet mee eens en zegt dat het bij deze behandeling de procedure is dat de patiënt na deze behandeling minimaal 1 nacht in het ziekenhuis verblijft. De arts kijkt mij aan en ik zeg dat me dat toch wel een goed idee lijkt omdat ik me niet zo lekker voel. Oké, dan spreken we het zo af.
Er mag gestart worden met een morfine pleister en de paracetamol. Omdat ik zo misselijk word van de vloeibare morfine mag ik vannacht diclofenac gebruiken. Gelukkig dat Leo erbij is want ik kan niets onthouden op dit moment. Ik ben moe en Leo ook, het is al na zessen. Leo gaat naar huis. Ik probeer wat yoghurt te eten en dat lukt. Ik kan er zelfs mijn medicijnen mee innemen.
De rest van de avond doezel ik wat en kom eraan toe om wat foto’s van mijn mond te maken. Wel jammer want ik moet de foto’s zelf maken en dat gaat moeilijk omdat ik met de ene hand de tong opzij moet duwen en met het fototoestel in de andere hand de foto moet maken. Als ik met het lampje in de mond schijn kan ik wel wat zien maar het is moeilijk om de behandelde plek achterin op de foto te krijgen.
Tijdens mijn foto capriolen stoot ik tegen het infuusje in mijn pols. Nu zat dat ding toch al niet lekker maar nu helemaal niet meer. Ik ga vragen of het eruit mag voor de nacht. Dat is goed en de zuster komt het eruit halen. Het zat inderdaad niet goed meer en het bloedt. Mijn neus begint door alle inspanning ook weer te bloeden. De zuster twijfelt of ze er nog even door een arts naar moet laten kijken maar dat lijkt mij wat overdreven. Ik beloof haar dat ik zal bellen als het bloeden niet minder wordt.