Verslag van een commando-operatie en het herstel daarvan
Het begon met de najaarscontrole in 1993 bij de tandarts. Die vroeg of ik al lang last had van een witte rand langs mijn tong. In het voorjaar van 1994 werd in de CMHU (het Centraal Militair Hospitaal in Utrecht; ik ben militair) door de kaakchirurg poliklinisch de witte rand aan de linkerkant van de tong weggesneden.
Een jaar later gebeurde dezelfde behandeling nogmaals. In beide gevallen was het goedaardig, maar dat wilde voor de toekomst niets zeggen! In het najaar van 2001 werd de tong rechts pijnlijk, maar na twee weken was de pijn weg. Echter, in het najaar van 2004 kwam die pijn opnieuw. Weer een jaar later (najaar 2005) ontstond rechts een blaar. Deze ging na circa vier weken weg. Idem gebeurde in het najaar van 2006.
Eind 2007 ontstond een pijnlijke plek en deze keer ging de pijn niet weg. Er volgde een bezoek aan de huisarts. Die heb ik toen wel alles over 1993–1995 verteld, maar ik realiseerde me niet dat 2001–2006 ook belangrijk waren. Eerst probeerde de huisarts zelf te behandelen. Het hielp niet en er volgde een doorverwijzing naar het EMC (Erasmus MC in Rotterdam). Daar was een behoorlijke wachtlijst. De huisarts wist dit te verkorten door een verwijzing naar een lokaal ziekenhuis waar de dermatoloog me doorverwees naar de hoofdhals-afdeling van het EMC. Zo zie je maar.
Begin april werd een biopsie genomen en binnen drie dagen bezocht ik allerlei afdelingen. Een week later werd besloten tot een commando-operatie. De opname was 21 april en de operatie een dag later. Tijdens de operatie bleek het nodig ook beide poortwachter-lymfeklieren en een groot deel van de tong en mondbodem mee te verwijderen.
Voor de reconstructie van de mondbodem werd een stukje van mijn linker dijbeenspier gebruikt. Radiologie was volgens de artsen het enige juiste vervolg na het eerste herstel. Na afloop van de iets meer dan elf uur durende operatie was er een verblijf van bijna twee dagen op de Intensive Care.
Daarna ging ik twee dagen naar plastische chirurgie en vervolgens bleek ik te zijn uitgeschreven. Gelukkig werd dat ontdekt voordat ik buiten stond en werd ik weer teruggeplaatst op de hoofdhals-afdeling. Op 28 april werd de plastic canule vervangen door een metalen canule en omdat ik direct al kon spreken werd deze gelijktijdig “afgedopt”, waardoor ik direct met allerlei trainingszaken kon gaan beginnen.
Een dag later kwamen de fysiotherapeut, de diëtist, de logopedist en de mondhygiëniste langs voor instructies. Weer een dag later werden de verbanden verwijderd. Een paar dagen later werd de metalen canule verwijderd alsmede de laatste hechtingen in de hals en keel en mocht worden begonnen met het drinken van water.
Weer een dag later, op 4 april, werd de maagsonde verwijderd. De twee dagen ervoor mocht ik al vloeibaar voedsel eten buiten de sonde om: pap en soep. Lekker dat dit was! Nadat de maagsonde verwijderd was moest dus alles in vloeibare vorm worden doorgeslikt. Dat was weer een belangrijk moment en een grote stap vooruit. Onverwacht mocht ik al op 5 mei naar huis.Mijn beste helft (mijn vrouw dus) en onze dochter kwamen om 9 uur op gewoon bezoek, dus mijn meegaan naar huis was voor hen een echte verrassing.
![l145[1]](http://www.komteenvrouwbijdetandarts.nl/wp-content/uploads/2010/04/l1451-300x224.jpg)