1e kwartaal 2013
Ik kan bijna niet meer praten, althans, er komt weinig geluid uit. Het is krassen en piepen. Ik kan me nu voorstellen hoe het voelt als je afasie hebt of zoiets. Je wordt gek! Het zit er allemaal in maar het komt er niet uit! En dan merk je dat mensen niet veel geduld hebben. Ze gaan je zinnen afmaken. Eten is ook een hele opgave. Stamppotjes en soep gaan op een gegeven moment ook tegenstaan.
Ik word door de radiotherapeut gewaarschuwd dat het keerpunt pas een dag of veertien na de laatste bestraling is. De pijn e.d. zal eerst nog erger worden. Dus nog maar een extra pleistertje plakken. Ik hoef pas na drie weken terug te komen voor controle en ben blij dat ik niet meer elke dag naar dat ziekenhuis hoef. Maar het is ook heel raar en ik moet weer helemaal wennen aan ‘gewoon’ leven. De 21ste zie ik de radiotherapeut en de mondhygiëniste. Er gebeurt niks bijzonders. Ik moet pas 12 april komen voor een scan en de RT vind dat wel wat lang en vraagt me 8 maart nog eens te komen. Waarschijnlijk voor hetzelfde verhaal, hoe gaat het, heeft u genoeg medicijnen, bla bla.
Tot 12 april is lang! Ik verander soms 26 keer van gedachten op een dag. Soms overvalt mij een enorm gevoel van eenzaamheid, iets wat mij vreemd is. Soms denk ik, ze zijn zo kundig, Tan weet wel wat hij doet. Soms denk ik, zie je wel, dat overkomt mij weer. Straks moet mijn strottenhoofd eruit en krijg ik zo’n gaatje in mijn hals! Komt het praten weer goed? Kan ik ooit weer naar koor? Ik ben al twee keer in paniek bij mijn huisarts geweest omdat ik dacht ergens een nieuw carcinoom te zien.
Ergens in december kwam Petra met het bericht dat bij haar de eierstokkanker terug is! Zij moest weer aan de chemo. Dus soms denk ik, zie je wel, binnen de kortste keren is het bij mij ook terug. Bij het minst of geringste springen de tranen me in de ogen. Daarentegen, ik zag in een uitzending van “24 uur met…..” Willem Nijholt, die 7 jaar geleden keelkanker heeft overwonnen. En dan voel ik mij heel sterk en denk, zie je wel, wat hij kan, kan ik ook. Dat ga ik ook zo doen!
Ik heb me aangemeld bij het Ingeborg Douwes Centrum. Ik word langzamerhand gek van mezelf. Ik moet met iemand praten. Petra is nu even geen optie. Gelukkig kan ik snel terecht en heb ik een paar goeie sessies gehad. Via de computer heb ik ook contact gezocht met lotgenoten. En dat steunt ook enorm. Ik kan me erg optrekken aan de verhalen van anderen. Zo van, het kan altijd nog erger en ik mag nog niet mopperen. Iemand zei me “als het zo lang duurt voordat je voor het eerst op controle moet komen, kun je ervan uitgaan dat de tumor weg is”. Met deze uitspraak kom ik de rest van de tijd door.
Eind maart krijg ik zoveel last van mijn keel dat ik weer de spiegel pak. Volgens mij zie ik allemaal witte spikkels. Ik bel direct het AvL en mag de dag erna komen, bij professor Balm. Weer met een slangetje door mijn neus, nee hoor, niks te zien. En tussen haakjes, de tumor is weg! Nou dat was wel een kleine aardschok. Maar wel een goeie! En na een week krijg ik, vervroegd, de CT-scan. Dan weer een week wachten.
En ja hoor, 12 april krijg ik het verlossende woord. Alle kankercellen zijn verdwenen. Maar de HHC (hoofd-hals-chirurg) begon het gesprek met: kankercellen kunnen zich soms verstoppen en dan zijn ze voor ons niet zichtbaar. Dat vind ik nou eens een leuke openingszin, maar ik ben niet van plan me daardoor in de put te laten helpen. Ik ga ervan uit dat de kanker in ieder geval voor dit moment weg is. En deze grap ga ik niet nog een keer uithalen. Eén tumor, en één keer behandeling vind ik meer dan genoeg. Ik moet nu nog zien te herstellen van deze keer. Want nog steeds gebeurt er van alles in mijn keel.