Maatregelen

Op zondagavond stuurt Anke het volgende sms’je: Ik ben van 1 tot ong. half 6 in t nieuwe huis geweest. Ik voelde me er meteen thuis, t is echt geweldig. Daarna moest ik terug vanwege hoofdpijn + ben ook erg moe.

Wat fijn dat de nieuwe woning zo bij Anke in de smaak valt. Zo heeft ze tenminste nog iets om zich op te verheugen. Maar gelijk dan weer ook de domper door de hevige hoofdpijn en de vermoeidheid die haar parten spelen. Je zou zeggen dat de pijn door de hogere dosis morfine nu toch eigenlijk eens weg zou moeten blijven. Maar dat is helaas niet het geval. Wat nu? Je kunt ook niet aan het verhogen blijven, anders raak je helemaal van de wereld. Figuurlijk, maar ook letterlijk.

Toen mijn vader stierf aan de gevolgen van zijn longkwaal (silicose, overgehouden aan de jarenlange ondergrondse kolenwinning), kreeg hij op het laatst zoveel morfine dat hij niets meer voelde van zijn kortademigheid, maar raakte daardoor dus ook het contact met ons kwijt. Maar daar had hij toen wel min of meer vrijwillig voor gekozen. Ofschoon ik me achteraf wel eens heb afgevraagd of hij werkelijk besefte wat de dokter bedoelde toen hij mijn vader voorstelde om de dosis morfine te verhogen zodat hij geen pijn meer zou voelen en ook geen ademgebrek.

En ook vraag je je af of het werkelijk waar is dat mensen die buiten bewustzijn raken geen honger of dorst meer voelen, zoals dat bij de versterving van mijn moeder werd verteld. Ik wil de arts best geloven en dat doe ik ook, maar je houdt toch altijd iets van twijfel.

Al op dinsdag krijg ik antwoord op mijn laatste mail. Later pas zal ik me echt realiseren hoezeer iemand moet worstelen met de informatie die ik hem doe toekomen. Ik vraag me wel eens af of je iemand met zoveel ellende van een “wildvreemde” moet belasten. Maar op dat moment ben ik blij met elk bericht, met elke brief die ik lees. En ondanks dat de schrijver zegt dat bouwen met woorden zijn tweede beroep is, verbaas ik me er toch telkens weer over dat hij erin slaagt de goede woorden te vinden en de juiste toon te treffen, zodat ik me erdoor gesterkt voel. Knap, maar belastend voor hem vrees ik. Ik kan hier evenwel helaas zijn brief niet volledig plaatsen maar slechts het begin en het einde.

“Bouwen met woorden is mijn tweede beroep, maar voor wat jij beschrijft, schieten woorden tekort, ontbreekt het mij aan woorden. Zoveel ellende, zoveel tegenslag, zoveel pijn, zoveel zwartheid bijeen en dan in zo’n tempo, dat krijgt geen mens bedacht.  […] […] in de wetenschap dat jullie wel fysiek gescheiden kunnen worden, maar dat je in de geest altijd verbonden met elkaar bent. Heel veel sterkte voor jullie allemaal.”

Ook op dinsdag rijdt Toine naar Anke en praat langdurig met haar, naar we later horen ook over een eventueel afscheid voor altijd. Anke is in deze tijd, en wellicht ook al veel eerder, in haar gedachten natuurlijk veel bezig met haar dood en crematie. Begraven is voor haar geen optie, ze wil gecremeerd worden en een begrafenismis wil ze al zeker niet. Ze heeft al een aantal dingen in haar hoofd en Toine moet haar helpen bij het uitzoeken van de kist waarin ze zal komen te liggen. In Den Haag woont een vriend van Toine, die heel goed thuis is in de begrafeniswereld en die raadt hem aan om in contact te treden met Van der Spek Uitvaartverzorging in Rotterdam. Een telefoontje is genoeg om een aantal boeken met voorbeelden van doodskisten (wat een woord als je dit zo moet opschrijven), bloemstukken en wat dies meer zij te kunnen ophalen. Ook belt hij met de Informatie Beheer Groep met de vraag wat er met haar studieschuld gebeurt als ze zal sterven. Blijkbaar heeft ze zich hierover nog zorgen gemaakt.

Dit is wat Toine het beste voor haar kan doen; dingen regelen, informeren, ergens heen rijden. Het is natuurlijk erg moeilijk om met je zus te praten over haar aanstaande dood en wat dat allemaal voor hem en de andere achterblijvers zal betekenen. Later zou hij ons ook vertellen dat hij degene was, die Anke toen heeft aangespoord om een afscheidsbrief voor ons te schrijven.

En juist omdat het voor hem moeilijk was met Anke over haar dood te praten heeft Toine haar een brief geschreven waarin hij kwijt kon wat hij nog met haar wilde delen. Maar ook dit hebben we pas naderhand van hem gehoord, evenals het sms’je dat Anke daarop als antwoord aan hem stuurde:

We hebben nog steeds geen internet dus kan nu niet uitgebreid op je e-mail reageren, maar wil je laten weten dat ik heel erg onder de indruk ben van je brief en enorm trots dat je mijn broer bent. Dat je van het leven moet genieten, hoef ik je niet te vertellen want dat doe je heel goed.

Ik hou van je,  x Anke