Yes

anke
De tijd tussen de operatie en het begin van de bestralingen is een tijd van wachten en proberen met de nieuwe situatie om te leren gaan. Anke en Stijn lukt dit, zo lijkt het wel, beter dan ons. Haar stukjes laten zien dat ze hun gevoel voor humor in ieder geval nog niet kwijt zijn. Wrange humor, cynisch soms, maar ja. Het is ook een manier – hun manier – om met alle ellende om te kunnen gaan:

Een beetje kanker

Vanaf wanneer heb je eigenlijk kanker, en wanneer ben je kankerpatiënt af? Le. en ik kwamen gisteren tot de conclusie dat ik het in Istanbul eigenlijk al gehad moet hebben (want waarom anders kon die stad, die zij zo geweldig vindt, mij zo tegengevallen zijn), of anders in ieder geval in de Ardennen toen ik maar niet uit de verf wilde komen bij het Namenspel. Een spel dat mij, gezien de resultaten in het verleden, op het lijf geschreven had moeten zijn! Maar zelfs toen ik op die vrijdag geheel onverwacht te horen kreeg dat het weefsel dat de kno-arts had weggenomen kwaadaardig was, had ik niet het gevoel dat ik kanker had.

Wat de tweede vraag betreft: sinds maandag heb ik mijn PA (de uitslag van de patholoog-anatoom, die de snijranden onderzoekt van hetgeen tijdens de operatie is weggehaald). Omdat ik het er verder nog niet met een arts over gehad heb, wil ik er hier niet in detail op ingaan maar grofweg komt het er op neer dat de snijranden van mijn tong tumorvrij zijn, en de snijranden van de halsklier (tijdens mijn commando-operatie heb ik ook een – doe maar duur – halsklierdissectie gehad) niet helemaal. Dat laatste kan er op duiden dat er nog kwaadaardige cellen in mijn hals zitten. Maar in principe kunnen die goed bestraald worden.

Dinsdagvond keken S. en ik als vanouds weer samen naar CSI, een serie die ik vlak voor de operatie nog boycotte omdat ik het op de één of andere manier te confronterend vond. Na CSI volgde een andere favoriet: Gordon Ramsay’s Kitchen Nightmares (een nogal opmerkelijke keuze, moet ik toegeven, voor iemand die vroeger al geen keukenprinses was en nu ook nog eens moeite heeft met eten…)

S., die een grondige hekel heeft aan elk programma dat over restaurants en koken gaat, maakte meteen aanstalten zich naar de ‘playstationkamer’ te verwijderen. Maar omdat ik het ‘net zo gezellig’ vond, probeerde ik hem nog even te laten blijven met de smekende woorden: “Ik ben zielig, ik heb kanker.”
Waarop S. onvermurwbaar antwoordde: “Ja maar nog maar een klein beetje.”

Ofschoon Anke genoeg andere dingen heeft om zich druk over te maken, zal ze zich nog een keer flink op winden over de oproep om mee te werken aan een artikel in de Yes, een blad voor tieners. Misschien is ze ook juist mede daarom ze kwaad omdat ze het blad vroeger zelf heeft gelezen en pas later inzag dat dit misschien toch niet zo’n goed idee was. In ieder geval trekt ze flink van leer en neemt ze geen blad voor de mond. Volkomen terecht natuurlijk.

Mysterie Solved

Hoe meer ik er over nadenk, hoe sneu-er ik het vind, die e-mail van die Yes!-redactrice. Ik bedoel: je bent koud uit het ziekenhuis, je leven ligt behoorlijk in de kreukels, je omgeving is zich rot geschrokken, je ouders beleven slapeloze nachten, maar dat weerhoudt zo’n Hoofddorpse Sanoma-aasgier er natuurlijk niet van om je te mailen of je interesse hebt om mee te werken aan een verhaal. En dat alles onder de empathische woorden: ‘wat kan het leven toch ongelooflijk stom zijn’. Ja, het leven kan ongelooflijk stom zijn, maar jij, M. de B., bent nóg stommer. Hoewel ik natuurlijk geen moment écht gedacht heb dat één van mijn lezers haar getipt zou hebben (al vond ik het wel aandoenlijk hoe snel mensen zich meldden met de boodschap dat zíj het in ieder geval niet geweest waren), wilde mijn altijd wakkere collega G. er vandaag toch het fijne van weten. Na enig gegoogle vond hij dit oproepje. Het ging dus niet eens zozeer om mijn ziekte of mijn verhaal, maar om de littekens in mijn gezicht. Nou, ik kan je vertellen dat deze scarface weinig zin heeft om daarmee in de Yes! te gaan staan, al krijg ik een driedubbele make-over van één van jullie veredelde wasco-nichten.
En nou eh… opgekankerd(?!) met je blad dat ik gestopt ben te lezen toen ik twaalf was. Iets dat wat mij betreft veel zegt over de geestelijke rijpheid van Yes-lezeressen in het algemeen en van Yes-redacteuren in het bijzonder.

Of dat even lekker oplucht? Reken maar van yes!

Gauw staat er weer een grappig, maar ook tamelijk cynisch stukje van haar op het log. Het is de tijd dat er in Limburg een ‘nieuwe’ schapenziekte wordt ontdekt, die voorheen alleen in zuidelijke Europese landen werd waargenomen. Er wordt meteen een transportverbod ingesteld en een en ander gaat gepaard met de nodige media-aandacht.

Blauw

Nou ja zeg denk je ook een keer iets aparts te hebben, moeten die Limburgse schapen je weer overtreffen met blauwtong!

Hetgeen haar meteen de opmerking oplevert ‘of ze nou niet een beetje ver gaat met haar zelfspot?’ En ook hier zou je een hartgrondig ‘ja’ kunnen laten horen, maar deze éne zin vertelt precies hoe ze is. En op wie ze lijkt.

Dit bericht was geplaatst op 21 jun 2013, in juni 2013. Markeer de permalink als favoriet.