Hierna wordt het even stil op het log. Anke moet weer voor even naar het ziekenhuis, omdat de peg-sonde wordt geplaatst. Anke ziet er raar uit; het gedoe met het slangetje in haar neus hangt, om haar eigen woorden te gebruiken, haar de keel uit. Op 15 en 21 augustus hebben we weer gebruik gemaakt van onze Zomertoer en proberen Anke zover te krijgen dat ze mee de stad in gaat. We vinden het natuurlijk helemaal niet erg om in haar woning het een en ander voor hun beiden te doen; afwassen en stofzuigen of dweilen zijn de dingen die daar voorvoor wel eens in aanmerking komen. Ook loop ik graag in de buurt naar de winkel, naar de vuilcontainer of de glasbak om af en toe eens even in de buitenlucht te zijn. Of ik breng regelmatig een bezoek aan de papiercontainer, want aan kranten en aan dozen is geen gebrek. Behalve het AD komt ook nog in de namiddag de NRC en die moeten af en toe toch eens worden weggegooid. Anders komen er teveel stapels in de kamer. Want zoals eerder al werd opgemerkt: Anke gooit niet graag weg en in veel kranten en tijdschriften staan nog artikelen waar ze ‘iets mee moet’. Wat en vooral wanneer dat dan ook mag wezen, want ik zie de stapels nooit kleiner worden.
We willen ook wel eens even met Anke de stad in. Na aandringen van onze kant loopt ze mee een blokje om. We lopen de 2de Middellandstraat uit en komen langs wat Anke noemt het “Paaltjesmuseum”. Op een hoekje staan een verzameling palen en paaltjes die je langs de weg of op de stoep kunt zien staan. Zoals de algemeen bekende Amsterdammertjes. Ook staat daar in de buurt de kraam die in het jaar 2005 in het AD werd uitgeroepen tot de ‘beste oliebollenbakker van Nederland’. Zo leer je nog eens wat. Af en toe kijken we naar woningen die te koop staan. Anke en Stijn waren al een tijdje bezig om uit te kijken naar een andere woning en hun voorkeur ging uit naar een koopappartement in het centrum. Het is niet gemakkelijk om een leuk en betaalbaar appartement midden in de stad te vinden en zeker nu Anke ziek is wordt het moeilijk in verband met het verkrijgen van een hypotheek. We laten doorschemeren dat we best willen helpen als dat nodig is en als ze dat willen. Want natuurlijk willen ze het liefst zonder hulp proberen te slagen.
In ieder geval zijn we blij dat Anke weer eens buiten heeft gewandeld, want de laatste tijd komt ze eigelijk alleen maar uit huis om naar een afspraak in het ziekenhuis te gaan. Stijn is veel thuis en regelt ongeveer alles voor haar. Anke kan wel praten, maar aan de telefoon met ‘vreemden’ praten, durft ze nog niet aan. Ze is bang dat men haar niet kan verstaan. En een langer gesprek voeren is nog steeds te vermoeiend. Informatie moet worden ingewonnen, afspraken moeten worden gemaakt, medicijnen opgehaald en noem maar op, Stijn is niets teveel. En tussendoor probeert hij ook nog zoveel mogelijk voor de krant te werken. Gelukkig kan dat vaak vanuit huis.
We gaan met Anke en Stijn mee naar het ziekenhuis omdat de peg-sonde wordt geplaatst. De ingreep zal zo’n drie kwartier duren en we mogen mee tot bij de operatieafdeling. Anke is niet bang of ongerust. Ze is blij dat de neussonde eruit mag. Ze heeft het ding nooit gemogen. Gelukkig kan ze in het vervolg het grootste deel van de voeding via een pomp binnenkrijgen. Deze pomp kan ze ook meenemen als ze van huis gaat. Dat is dan handig als ze komt logeren, maar alhoewel de pomp niet zo zwaar is, moet hij natuurlijk wel met de overige spullen worden meegenomen.
Back to normal
Ja ja ik ben er nog! Maar de afgelopen twee dagen moest ik weer even het ziekenhuis in om een PEG-sonde te laten plaatsen (dus in plaats van die storende slang in mijn gezicht zit er nu één rechtstreeks in mijn maag die, zoals gebruikelijk na een ingreep, weer eens geen voeding kon verdragen…) Daarom moest ik een nachtje langer blijven dan voorzien. Maar ik heb al vooruitgang geboekt want deze keer mocht ik zomaar aan de gang van de ‘kleine operaties/ ingrepen’ liggen.
Dus geen special kasplanttreatment van mijn lievelingsverpleegster Sasa (de Hongaarse kringeltjes boven de ‘s’ moet u er maar even zelf bijdenken) meer, maar ik vond het al lang best dat ik onder de normale KNO-gevallen (lees: jonge meiden met prinses-op-de-erwt-gedrag, die roken op de wc en klagen over het door mij zo felbegeerde ziekenhuisvoedsel) mocht verkeren.
Sasja (Sasa met het kringeltje) is haar favoriete verpleegster op de kno-afdeling. En ofschoon iedereen zijn best doet, heeft ze toch een voorkeur voor de Hongaarse. Die vertroetelt haar nog wat meer dan de anderen en komt regelmatig haar kamer binnen om te informeren of ze wat nodig heeft. Vaak wordt toch gewacht tot Anke op de bel drukt, of komen als het alarmsignaal van de voedingspomp afgaat. Dong, ding of pong, ping hoor je als de voeding op is en een nieuwe zak moet worden aangesloten. Tenminste als Anke de voeding kan verdragen en dat is nog steeds niet altijd het geval. Haar gewicht neemt dan ook niet toe. Ze moet veel te vaak braken omdat haar maag de voeding niet verdraagt. En waarom dat soms zo is, is niet te achterhalen.