Ik leef maar een beetje voor de vuist weg. De huisarts heeft me aangeraden afleiding te zoeken. Ik ben noch nooit zoveel bij de huisarts geweest als de laatste tijd. Ook in dit jaar doe ik maar wat. Wel zoveel mogelijk voor mij leuke dingen, als theater, film, vakantie.
Toch probeer ik er nog wel een beetje structuur in te bouwen want je wordt doodmoe van het steeds maar onderweg zijn.
Aan het begin van het jaar krijgt een goede bekende van mij de diagnose slokdarmkanker. Hij kent ook Petra. Nu zijn we een trio. Met dien verstande dat ik kankervrij ben. Eén van de koorleden moet opzeggen vanwege darmkanker. (Ik zag hem laatst, eind nov. 2015, en hij is gelukkig hersteld).
Met mijn vriendin Petra gaat het minder goed. Haar eierstokkanker is in de vorm van uitzaaiingen terug in de buikholte en de lever. Ze ondergaat chemokuren en doet wat ze kan.
Ik probeer zoveel mogelijk mijn ding te doen en niet te veel te blijven hangen in al deze kanker – gevallen. Maar dat is best moeilijk. Ik voel ook iedere keer weer wat zo hier en daar.
21 mei krijg ik een kaart dat mijn goede vriendin uit Harmelen tijdens een vakantie in Italië ’s nachts plotseling is overleden. Hartstilstand of hersenbloeding.
21 juni overlijdt Petra als gevolg van.
Met die bekende met de slokdarmkanker, gaat het ook niet goed.
Op 5 augustus overlijdt een zwemmaatje ‘gewoon’, van ouderdom. Het houdt niet op.
Als gevolg van de bestralingen zijn er natuurlijk een aantal speekselklieren vernietigd. Ik moet bij brood, kaas, en koek nog steeds slokjes water nemen. Maar daardoor hebben bacterieën ook meer kans te gedijen. Ik krijg dus een prachtige schimmelinfectie in mijn mond. Niet getreurd, mijn huisarts geeft Flucozanol. En inderdaad. Al na 1 dag is de infectie niet meer te zien maar ik moet wel de kuur van een week afmaken. Zo, dat hebben we ook weer gehad.
Ik ga vier weken later met dezelfde vriendin als vorig jaar, nu naar een huisje bij Roermond. Ook weer lekker een weekje fietsen e.d. Het weer beloofd goed te worden. De tweede avond voel ik me een beetje beroerd. Ik ga naar bed en de volgende dag besluit ik niet mee te gaan met fietsen en wil een beetje in de zon liggen. Ik ben erg moe. Ging allemaal goed. Twee dagen later krijg ik plotseling een heel verbrand gezicht en het voelt of ik in brand sta. Aftersun gekocht, zonnebrand crème faktor 50. Dat spul heb ik mijn hele leven nog nooit hoeven te gebruiken?!
Aan het eind van de week gaan we terug naar huis en als ik ’s middags thuis ben, zie ik dat de deur van de huisarts nog open staat en zijn auto staat voor de deur. Ben ik heel brutaal naar binnen gelopen en gevraagd of hij even wilde kijken. Blijkt dat ik onderhuidse brandblaren heb van de Flucozanol waarschijnlijk. Alleen Calendulan zalf smeren om de brand eruit te halen en verder niet aankomen. Het heeft een week of drie geduurd voor ik weer een beetje toonbaar was. Mijn hele gezicht was opgeblazen. Mijn ogen zaten bijna dicht. Pfffttttt……
Een vriendin uit Hoofddorp ondergaat 30 september een open hart operatie vanwege verstopte aderen. 1 oktober word ik achter het Centraal Station knoert hard van mijn fiets gereden door een andere fietser die achterop kwam. Hij ging veel te hard, maar ik had ook niet goed achterom gekeken. Dat kon er dan ook nog wel bij. Sindsdien heb ik wat last van mijn elleboog. Ik heb de indruk dat ik een soort van verstrooide professor aan het worden ben. Het wordt wel erg veel allemaal. En dan nog steeds mijn eigen gevoel dat heen en weer slingert. Op foto’s, gemaakt in het OLVG, is te zien dat er gelukkig niets gebroken is maar ik voel me wel gebroken. En gekneusd aan alle kanten.
En ja hoor, de man van de slokdarmkanker overlijdt 30 november. Toe maar, het was nog niet genoeg. Ik hoop toch echt dat het nou klaar is allemaal. En gelukkig gaat 2014 verder rustig door.
Qua leeftijd zitten we echt in een risicogroep hè. Mensen om je heen krijgen allerlei ouderdomskwaaltjes en sommige worden ernstig ziek of komen te overlijden. Soms wordt het inderdaad wat te veel. Ik weet nog dat mijn ouders zo’n periode meemaakten en dat ze telkens zeiden “wanneer zijn wij aan de beurt”. Vreselijk vond ik dat.
Tegen infecties in mijn mond drink ik tegenwoordig kamille thee. Dat verzacht goed en ik heb het idee dat het ook preventief werkt. Maar of het nou zo gezond is, is natuurlijk weer een ander verhaal.